1 februari 2020

IHH Nederland verleent hulp aan Rohingya moslims in Myanmar.

Het is 23 november 2019 en ik vlieg naar het conflictgebied Rakhine state in Myanmar. Mijn werkzaamheden bestaan uit het coordineren van een voedselprogramma in de dorpen en vluchtelingenkampen voor de Moslim Rohingja. De Rohingja moslims die in dit gebied wonen worden decennialang stelselmatig onderworpen aan geweld en massamoorden. Dit is onlangs bevestigd door de Verenigde Naties. De radicale Boedhistische groeperingen die samenzweren met de militairen plegen al decennialang aanslagen op moslims, plegen moorden, verkrachten vrouwen en steken dorpen in brand. Het geweld heeft honderdduizenden slachtoffers gemaakt en heeft geresulteerd in een vluchtelingengolf aan ontheemden die een veilig heenkomen zoeken in de buurlanden van Myanmar. Bangladesh is een van deze landen. Daar worden ruim zevenhonderdduizend Rohingja’s in de vluchtelingenkampen van Cox’s Bazar opgevangen. Deze mensen leven onder erbarmelijke omstandigheden in de kampen waar een structureel tekort is aan schoon drinkwater, voedsel, medicijnen, gezondheidszorg en onderwijs voor kinderen. Ook in de vluchtelingenkampen in Cox’s Bazar realiseert IHH Nederland diverse projecten.

Het toestel land lokale tijd om 18.30 uur op Yangon. Ik word opgewacht door een vrijwilliger van onze partnerorganisatie. Omdat dezelfde avond geen vlucht is naar Sittwe rijden we naar een hotel voor een overnachting. Mijn vlucht naar Sittwe is de volgende ochtend om 9.30 uur. Na aankomst in het hotel bespreek ik het programma met de vrijwilliger. Ik vraag hem of de toestemming voor dorpen en vluchtelingenkampen geregeld is. Dat is geregeld. Hier ben ik blij om want de autoriteiten zijn nogal selectief met het verlenen van toestemming om in de risicogebieden hulpwerkzaamheden te realiseren. Ik ben tevreden over de wijze waarop onze partnerorganisatie in goede samenwerking met de lokale autoriteiten onze projecten realiseert. De volgende ochtend op 24 november 2019 vliegen we naar Sittwe. Na een vlucht van ruim een uur landen we op het vliegveld van Sittwe. Dit is de tweede keer dat ik hier ben. Twee jaar geleden was ik hier ook. Bij aankomst in Sittwe bekruipt mij hetzelfde gevoel als twee jaar geleden. Een gevoel dat moeilijk te beschrijven is. Ik zie mensen die erg vriendelijk zijn. Ook zie ik monniken, van jong tot oud, gewikkeld in gewaden van verschillende kleuren, maar toch voornamelijk in oranje. Het valt mij op dat monniken van behoorlijk veel aanzien genieten, vooral van politie, militairen en luchthavenpersoneel. Zij worden bij alle handelingen met voorrang behandeld. Ik vraag me af hoe het toch mogelijk is dat tussen deze vriendelijke mensen ook mensen zitten die vreselijke wreedheden tegen een minderheid kunnen plegen. Toch bedenk ik me dat dat een groot deel van die vriendelijke mensen de moordpartijen afkeuren. Vreemdelingen die Sittwe binnenkomen worden in het vliegveld geregistreerd. Als je alleen bent word je ondervraagd en wilt men weten wat je komt doen. Sittwe is immers geen toeristisch gebied, integendeel, het is een conflictgebied. Als vreemdeling val je hier meteen op en trek je aandacht. Na de registratie van mijn gegevens worden we opgepikt door onze chauffeur. Het is dezelfde chauffeur als twee jaar geleden, een stille erg vriendelijke man die zeer behulpzaam is. Hij herkent mij en omhelst me intens en verwelkomt mij. Het klimaat in Sittwe is goed, de lucht is droog en er waait een briesje. Dit voelt goed. We rijden naar enkele dorpen van Rohingja moslims. In tegenstelling tot Yangon zijn in Sittwe de militairen en de politie zichtbaar aanwezig in de stad. We rijden langs politie en militaire controleposten. Ik herken veel van de stad. Ook is de armoede en verval van gebouwen zichtbaar, met name van winkeltjes van kleine ondernemers. We rijden langs een grote Boeddhistische tempel die ik tijdens mijn vorige bezoek heb bezocht. Rondom de tempel zijn veel kraampjes op wielen te zien waar veelal fruit wordt verkocht. Bij het naderen van de dorpen van de Rohingya komen we aan bij de eerste controlepost van militairen. De controlpost wordt omringd door tientallen op elkaar gestapelde cementzakken met aan de achterkant een aantal militairen. Terwijl onze chauffeur de documenten die ons toestemming geven om het gebied te betreden aan de militairen toont, doe ik vanuit de auto een poging om stiekem foto’s te maken. Ik moet voorzichtig zijn, want als ik betrapt word kan ik in de problemen raken. Na drie controleposten gapasseerd te zijn rijden we via slecht begaanbare wegen langs drukke gebieden met links en rechts allerlei winkels en kraampjes waarop van alles wordt verhandeld. Het heeft wat, die chaos. Ik zie mensen van alle leeftijden elke dag weer een slag leveren voor voedsel. We rijden langs vluchtelingenkampen. Hoewel velen vluchten naar buurlanden, zijn er ook duizenden mensen die vluchten naar veilige gebieden in Myanmar. In Sittwe zijn ruim 20 kampen. Na een poosje komen we aan in een dorp. Onze chaffeur stopt in de nabijheid van een moskee en we stappen uit. Het feit dat er een auto aankomt in het dorp is een hele attractie. Dorpelingen zijn heel vriendelijk en verwelkomen ons. Vooral de kinderen zijn heel erg blij met onze aanwezigheid in hun dorp. Zij pakken mijn handen vast en duwen elkaar van mij weg om mijn hand vast te kunnen houden. Ze lachen en springen om mij heen. Dit is een geweldige ervaring, want de kinderen maken er een feestje van. Ik aai de kinderen over hun hoofd en lach en speel met hen. Samen met mijn gezelschap maken we een wandeling in het dorp en ik krijg informatie over de situatie in gebieden die door moslims worden bewoond. Er wonen duizenden moslims in de regio, dicht op elkaar. Er is geen hygiëne en kinderen spelen in viezigheid, stof en modder. Hun kleren zijn smerig en hebben scheuren. Velen van hen hebben geen schoenen en lopen op blote voeten. Hun haren zijn verkleurd en verhard van smerigheid. Dit zijn pijnlijke en confronterende beelden. Dit raakt mij diep in mijn hart. Aan de ene kant ben ik blij dat ik dit werk mag doen, maar aan de andere kant boos op degenen die deze mensen dit aandoen. Deze mensen zijn afhankelijk van anderen voor voedsel en schoon drinkwater. Er is simpelweg niets in de dorpen. Ik ga een gesprek aan met de dorpsbewoners. Ik heb veel vragen waar ik antwoorden op wil hebben. Want dit is een van de gebieden die aangevallen is door de terroristische Boedhistische extremisten. We komen aan de rand van het dorp. In de verte is een ander dorp te zien dat een tijd geleden is aangevallen en waarvan de huizen zijn verbrand. Er zijn ruim honderd dorpelingen vermoord en degenen die de aanval wisten te overleven zijn gevlucht. De huizen van dat dorp zien er nieuw uit. Dorpelingen vertellen mij dat de extremisten doordacht te werk gaan. Zij plegen aanvallen en verbranden daarbij een dorp en moorden erop los. Zodra zij klaar zijn wordt het aangevallen dorp vrijgemaakt van puinrestanten om er groepen niet-moslims te huisvesten. Dit allemaal gebeurt volgens een van tevoren bedacht plan. De grond is van de moslims maar zij hebben er geen aanspraak op. Feitelijk hebben deze mensen geen identiteit en zijn ze stateloos, want de regering van Myanmar erkent de Rohingja niet als burgers van Myanmar. Mij wordt verteld dat de aanslagen, moorden en verkrachtingen rond het jaar 2012 een hoogtepunt hebben bereikt. Deze mensen leven in hun eigen regio in enorme onzekerheid en voelen zich vergeten door de landen van de wereld. Zij voelen zich in de steek gelaten en zijn teleurgesteld. Zij zijn daarom dankbaar dat wij hun bezoeken en hulp komen brengen. Mij wordt verteld dat IHH Nederland de eerste organisatie is die in hun dorpen voedselprogramma’s realiseert. Zij willen heel graag dat wij hun dorpen vaker bezoeken en er projecten realiseren. Er is een structureel gebrek aan schoon drinkwater, voedsel, gezondheidszorg, kleding en huisvesting. Op dit moment wonen veel van hen in hutten van bamboestokken. Tijdens het regenseizoen raken ze alles kwijt en moeten ze alles opnieuw opbouwen. De tijd gaat snel en de verhalen van dorpsbewoners zijn aangrijpend en emotioneel. Dit raakt me enorm. De uren vliegen voorbij en we moeten verder. We moeten het gebied voor 17.00 uur verlaten, want anders raken we in de problemen met de militairen. Na het gebied verlaten te hebben rijden we naar het depo waar onze voedelpakketten zijn opgeslagen. Bij aankomst zie ik dat een groep vrijwilligers de pakketten aan het samenstellen zijn. Ik controleer of de afgesproken goederen zijn aangeschaft. Daarna neem ik de planning van het programma door en rijden we naar het hotel. Sittwe ligt aan de Golf van Bengalen. De volgende ochtend vroeg word ik van mijn hotel opgepikt en rijden we naar het eerste dorp waar we voedselpakketten zullen uitdelen. Wederom komen we langs de drie controleposten. Na de controles van onze documenten komen we aan op de locatie waar we de eerste paar honderd pakketten zullen uitdelen. Dit is altijd een bijzonder moment, want ik vraag me af of alles goed zal gaan. Zijn de pakketten zo neergezet dat we ze zonder hectiek kunnen uitdelen? Zijn de mensen goed en logisch gepositioneerd? Zijn er voldoende vrijwilligers en zijn die van tevoren geïnstrueerd? Dit zijn allemaal zaken die goed op elkaar afgestemd moeten zijn voor een succesvol voedselprogramma. Mensen die een pakket zullen ontvangen hebben van tevoren bonnen met daarop een nummer ontvangen. Zij zijn allemaal gekomen en zijn erg blij dat zij een voedselpakket mogen ontvangen. Terwijl de vrijwilligers van onze partnerorganisatie de laatste voorbereidingen treffen voor het programma loop ik tussen de mensen rond en voer hier en daar korte gesprekken met hen. Een oudere dame …… aait over mijn hoofd en met beide handen over mijn wangen. Zij vertelt dat ze zo blij is dat wij hen niet vergeten zijn en naar hen toe zijn gekomen. Ik kniel naast een oudere meneer die gehurkt op de grond zit en hij omhelst mij intens. Hij zegt dat hij de gelukkigste persoon op de wereld is omdat hij op zijn leeftijd een Turk kan omhelzen. We omhelsen elkaar. Dit zijn emotionele momenten die ik meemaak met een brok in mijn keel en een voldaan gevoel. Het is geweldig.

De coördinator van onze partnerorganisatie komt naar me toe en vertelt me dat we kunnen beginnen met het uitdelen van de voedselpakketten. Ik loop met hem mee. Ik houd een korte toespraak waarna we beginnen met het uitdelen van de pakketten. Ook dit is een van de bijzondere momenten. Dit is het moment waarop alle puzzelstukken op hun plaats vallen en onze donateurs, de ontvangers van de voedselpakketten en wij als vrijwilligers samenkomen in een prachtig geheel. Hier zit een zekere positieve energie in. Het vormen van een brug tussen de gever en de ontvanger. Wij zijn onze donateurs heel erg dankbaar voor hun gulle donaties. Het uitdelen van de pakketten verloopt soepel. Ierdereen loopt langs een tafeltje met twee vrijwilligers. De ene controleert of het nummer op het bonnetje overeenkomt met zijn lijst. Als alles klopt moet de ontvanger van het pakket met zijn of haar vinger stempelen. Ook dit verloopt probleemloos. Ik loop wat rond tussen de menigte en maak foto’s. Mensen zijn heel erg blij en helpen elkaar met het transporteren van de pakketten. De ene zet het op zijn schouder of op zijn nek. De ander vervoert het op een andere manier. Met een voedselpakket heeft een gezin een maand aan voedsel. Ik ben voldaan en verlaat het gebied want we moeten wederom voor 17.00 uur het gebied verlaten. De twee daaropvolgende dagen verlopen vrijwel op dezelfde manier. Na afloop van het programma kaart ik een vergadering aan om het project te evalueren. Ik complementeer iedereen voor hun actieve inzet en goede samenwerking bij de uitvoering van het programma. Ik neem afscheid van het team dat het veldwerk verricht, want zij verblijven in het kamp en mogen het gebied niet verlaten. Ook dit is een emotioneel moment met gemengde gevoelens. Op dezelfde avond in het hotel heb ik een gesprek met de coördinator van onze partnerorganisatie over het voedselproject en over welke projecten we nog meer kunnen doen in de regio. Hij noemt het openen van waterpompen, voedselprogramma’s en een mobiele medische aanpak. We spreken af dat ik de volgende ochtend opgehaald wordt om van Sittwe naar Yangon te vliegen. Dezelfde middag heb ik mijn vlucht naar Amsterdam. Ik word de volgende ochtend op het afgesproken tijdstip opgehaald van het hotel en wordt naar het vliegveld gereden. In Yangon word ik opgevangen door de voorzitter van de partnerorganisatie. Hij is met zijn vrouw en rijd mij naar de terminal voor internationale vluchten. Na een uur met elkaar gesproken te hebben nemen we afscheid en ik loop naar binnen. Ik kijk met een gemengd, maar ook voldaan gevoel terug op mijn werkzaamheden voor de Rohingja moslims in Myanmar. Ik hoop dat er snel een oplossing komt voor de problemen van deze mensen die op systematische wijze uitgemoord

 

Selami Yüksel

 

Delen