IHH Nederland heeft zich wederom ingezet om hulp te verlenen in het door droogte getroffen Somalië. In het kader van ons noodhulp project zijn algemeen bestuurslid, Hüseyin Gündüz en vicevoorzitter jongerencommissie, Talha Uluçay, op 25 april 2017 afgereisd naar Somalië. Hieronder volgt het reisverslag van Talha Uluçay over deze ingrijpende reis;
Het is mijn eerste bezoek aan Somalië en ik neem de omgeving dan ook zorgvuldig in mij op. Hetgeen ik in Somalië aantref, overtreft alle verhalen die ik reeds heb gehoord. Het door burgeroorlog geteisterde Mogadishu, ligt volledig in puin. In ieder gebouw zijn kogelgaten te vinden van de vele vuurgevechten die in de stad hebben plaats gevonden. Er zijn overal controleposten en checks t.b.v. de veiligheid worden streng gehandhaafd. Desondanks vinden er nog steeds iedere dag vuurgevechten plaats en vallen er doden. Ons contactpersoon van de lokale partnerorganisatie blikt met heimwee terug over de jaren ’70. Somalië en met name, Mogadishu, waren destijds rijke gebieden. Zelfs in zo’n mate dat zij zelf hulp verleende aan de Golfstaten.
De eerste hulp zullen we verlenen in een gebied dat ongeveer 15 kilometer buiten Mogadishu ligt. Hier zullen we m.b.v. grote watertanks water uitdelen en 98 offers brengen waarvan het vlees wordt uitgedeeld aan de behoeftigen in de omgeving.
Samen met de watertanks, het belangrijkste onderdeel van onze campagne, arriveren we in de buitenwijk van Mogadishu. Hier bevindt zich een kamp waar tienduizenden mensen zich hebben verzameld en hun woonplaats hebben verlaten, in de hoop elders voedsel en drinkwater te vinden. De ontheemden wonen in geïmproviseerde tenten van takken en lappen stof. We vragen aan ons contactpersoon wat deze mensen zouden doen als er geen hulp wordt geboden door humanitaire organisaties. De vraag blijft onbeantwoord…. Men blijft hopen dat de situatie niet nóg verder zal verslechteren.
We beginnen met het uitdelen van het water en delen de blijdschap van deze mensen, die in geen tijden vers water hebben gezien.
De volgende dag reizen we vroeg in de ochtend naar de stad die het zwaarst is getroffen door de droogte; Baidoa. We begeven ons naar de buitenwijken van deze stad en treffen een nog heftiger beeld aan dan de vorige dag in Mogadishu. De mensen hier hebben nog meer behoefte aan hulp en zijn mogelijk nog wanhopiger. Zonder enige tijd te verliezen beginnen we met het uitdelen van water uit de watertanks.
Eén van de mensen die we van hulp voorzien, Fatima Mohamed genaamd, verteld ons dat de dieren in haar dorp zijn omgekomen door de droogte en dat men de grond niet meer kon bewerken. Uit angst ook om te komen van de honger en dorst, hebben zij en haar dorpsgenoten in twee dagen tijd 80 kilometer lopend afgelegd om naar Baidoa te komen. Anderen vertellen ons soortgelijke verhalen en weer anderen hebben ons nooit hun verhaal kunnen vertellen….
Terwijl we bezig zijn met het uitdelen van water treffen we tevens de voorbereidingen voor de voedselhulp die we op een volgende locatie zullen bieden. De voedselpakketten bevinden zich in een omheind gebied. Na controle van de pakketten beginnen we met de distributie ervan. Alle behoeftigen hebben van tevoren een nummer gekregen en begeven zich om de beurt naar de plek van distributie. De gezinnen worden voorzien van rijst, meel, olie en suiker. In totaal hebben 800 gezinnen een voedselpakket ontvangen.
De volgende dag keren we terug naar Mogadishu en bezoeken we onze weeskinderen. We hebben cadeaus van hun sponsoren in Nederland meegenomen en proberen hen op deze manier wat blijdschap te brengen. Het laatste onderdeel van ons project bestaat uit een gezondheidsscreening en de distributie van medicijnen.
Aan boord van het vliegtuig op onze terugreis denken we terug aan de mensen die we hebben achter gelaten en wat er met hen zal gebeuren als zij geen hulp meer krijgen. Het antwoord is iets waar we liever niet aan denken en we kunnen alleen maar hopen dat zij hulp zullen blijven ontvangen. We eindigen onze reis dan ook met gemengde gevoelens en een ongerust hart.